innetjes
- in·net·jes
- intensiverende afleiding van netjes (bijvoeglijk naamwoord) met in- (versterkend voorvoegsel)
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | innetjes | - | - |
verbogen | - | - | - |
innetjes dim. tant.
- heel keurig
Er bestaat geen vergrotende of overtreffende trap, maar er is wel een nog verder versterkte vorm: in- en innetjes.
- Het woord 'innetjes' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ "Parijs schrijft voor. Stoffen ondergingen belangrijkste wijziging in modebeeld." in: Echo van het Zuiden jrg. 86 nr. 22 (20 maart 1964); p. 10 kol. 2; geraadpleegd 2015-07-27
- ↑ "Arnhem" in: De Graafschap-bode. Nieuws- en Advertentieblad jrg. 15 nr. 28 (6 januari 1894) ; p. 2 kol. 5; geraadpleegd 2015-07-27