Noors

Uitspraak
Woordafbreking
  • inn·brudd
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het Noorse zelfstandige naamwoord brudd met het voorvoegsel inn-.
Naar frequentie 4602
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   innbrudd     innbruddet     innbrudd     innbrudda
innbruddene  
genitief   innbrudds     innbruddets     innbrudds     innbruddas
innbruddenes  

Zelfstandig naamwoord

innbrudd, o

  1. braak, inbraak
  2. (juridisch) diefstal door middel van braak
Schrijfwijzen
Synoniemen
Synoniemen
Afgeleide begrippen

Zelfstandig naamwoord

innbrudd, mv

  1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van innbrudd