indult
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- in·dult
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Latijn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | indult | indulten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het indult o
- (religie) pauselijk genadebrief of vrijbrief waarin aan iets of iemand toestemming wordt gegeven te doen wat normaliter verboden is
- (handel) uitstel van betaling
- (militair) termijn waarin vijandelijke handelsschepen zich in veiligheid kunnen stellen
Synoniemen
- [1] respijt, dispensatie, vrijbrief
Gangbaarheid
- Het woord indult staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "indult" herkend door:
16 % | van de Nederlanders; |
14 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ indult op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be