Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·di·vi·du·a·lis·me
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord individualisme -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het individualismeo

  1. (filosofie) leer die de rechten van het individu boven die van de gemeenschap stelt
  2. (sociologie), (politiek) het voor alles bewaren van de persoonlijke onafhankelijkheid
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be