onafhankelijkheid

  • on·af·han·ke·lijk·heid
enkelvoud meervoud
naamwoord onafhankelijkheid onafhankelijkheden
verkleinwoord

de onafhankelijkheidv

  1. Met onafhankelijk wordt bedoeld, dat een land of staat volledig soeverein heerst over zijn grondgebied, zelfstandig kan beslissen over het binnenlands en buitenlands beleid en niet (of niet meer) bestuurd wordt door een ander land.
    • Soms wenst een staat onafhankelijkheid te verkrijgen door middel van een onafhankelijkheidsverklaring.