inbeschuldigingstelling

  • in·be·schul·di·ging·stel·ling
enkelvoud meervoud
naamwoord inbeschuldigingstelling inbeschuldigingstellingen
verkleinwoord

de inbeschuldigingstellingv

  1. (juridisch) (België) strafrechtelijke stap waarbij wordt aangegeven welke wetsartikelen zouden zijn overtreden en een verdachte een beschuldigde wordt
     De kamer van inbeschuldigingstelling van de rechtbank in Gent besliste vanmiddag dat de twee mogen worden vrijgelaten. Hun advocaten hadden daarom gevraagd. Volgens de advocaat van de schoonvader is zijn cliënt geen gevaar voor de samenleving. De rechtbank in Gent ging daarin mee.[1]
     Op zo'n korte termijn een onderzoek naar de wettigheid van speurwerk, dat is ongekend. En wekt dus de indruk dat er iets fout zit. Vorige week vrijdag velde de Kamer van Inbeschuldigingstelling een oordeel over het werk van de onderzoeksrechter. Op de persconferentie na afloop was iedere Belgische misdaadverslaggever aanwezig, voor zover niet op vakantie.[2]
  1.   Weblink bron “Familie kasteelheer voorlopig vrij” (Dinsdag 4 september 2012, 16:18), NOS
  2.   Weblink bron
    Wessel de Jong
    “Rommelige toestanden bij Belgische justitie” (Donderdag 19 augustus 2010, 23:00), NOS