• im·pres·si·o·nis·me
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘kunststroming’ voor het eerst aangetroffen in 1896 [1]
  • afgeleid van impressie met het achtervoegsel -isme
  • afgeleid van het Franse impression (met het achtervoegsel -isme) [2] [3]
enkelvoud meervoud
naamwoord impressionisme
verkleinwoord

het impressionismeo

  1. (kunst) in de 19e eeuw vanuit de Franse schilderkunst opgekomen stroming, waarbij niet realistisch wordt uitgebeeld maar volgens vage indrukken
    • Het impressionisme ontwikkelde zich in de jaren zestig van de 19de eeuw in Frankrijk en wordt veelal beschouwd als het begin van de moderne schilderkunst.[4] 
98 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[5]