imitatieleer
  • imi·ta·tie·leer
enkelvoud meervoud
naamwoord imitatieleer
verkleinwoord

het imitatieleero

  1. kunststof die eruit ziet als leer
     Hij valt gelukzalig in slaap, wordt verbaasd wakker van de zon die opkomt boven de Hudson en door de raampjes naar binnen priemt, de stoelen verwarmt en een vage geur van imitatieleer verspreidt,[2]
     Maar waarvan zijn de veganistische schoenen precies gemaakt? Die van Dr. Martens bestaan uit polyurethaan (pu) en polyvinylchloride (pvc). Geen innovatieve materialen, maar dezelfde synthetische stoffen waarmee al jarenlang goedkoop imitatieleer wordt gemaakt. En materialen die niet afbreekbaar zijn en bijdragen aan de plastic afvalberg. Dit terwijl de veganistische schoenen duurder zijn dan de leren modellen.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Johan Harstad (vert. Edith Koenders en Paula Stevens)
    “Max, Mischa & het Tet-offensief” (2017), Podium  , ISBN 9789057598500
  3.   Weblink bron
    Lisanne Wieringa
    “'Nepleer is nu ineens veganistisch'” (21-02-2018), NOS