Nederlands

 
ijzerbeslag op een houten deur
Uitspraak
Woordafbreking
  • ij·zer·be·slag
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ijzerbeslag ijzerbeslagen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het ijzerbeslago

  1. ijzerwerk dat ergens ter versiering of ter versteviging op vastgemaakt zijn
     De vloer van groen linoleum zat vol zeepresten en slijtplekken, degene die dit gedaan had moet dagenlang met schoenen met ijzerbeslag heen en weer gelopen hebben om het juiste patina te krijgen en lag nu ongetwijfeld ergens uitgeput op zolder.[2]
     De Friese held zal met militaire eer naar zijn gerestaureerde graf worden gebracht. Een afvaardiging van zijn eigen Johan Willem Friso-regiment begeleidt de voormalig commandant op een affuit, samen met twee trompettisten en vier drummers. De resten liggen in een kopie van zijn oorspronkelijke lijkkist, het ijzerbeslag is gemaakt van omgesmolten resten van het origineel.[3]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Johan Harstad (vert. Edith Koenders en Paula Stevens)
    “Max, Mischa & het Tet-offensief” (2017), Podium  , ISBN 9789057598500
  3.   Weblink bron
    Lambert Teuwissen
    “Kolonel uit Tachtigjarige Oorlog herbegraven met militaire eer” (23-05-2018), NOS