ijshockeyspeler
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ijs·hoc·key·spe·ler
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van ijshockey zn en speler zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ijshockeyspeler | ijshockeyspelers |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de ijshockeyspeler m
- (sport) sporter die in een ijshockeyteam speelt
- ▸ Katerina woonde samen met haar vriend, een Tsjechische ijshockeyspeler. Hij speelde een wedstrijd in Rusland op het moment dat zijn vriendin dood werd gevonden.[1]
- ▸ Door de jaren heen bouwde Petrescu een goede vriendschap op met Ion Tiriac, voormalig professioneel tennis- en ijshockeyspeler en huidig president van de Roemeense tennisfederatie. Zijn vermogen wordt op circa 1 miljard euro geschat.[2]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord ijshockeyspeler staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Tsjechisch topmodel dood gevonden in bad” (Vrijdag 14 november 2014), NOS
- ↑ Weblink bron Sebastiaan Quekel“Schatrijke Roemeen (68) overlijdt met gezin bij vliegtuigcrash, was onderweg naar familiefeest” (04-10-2021), Tubantia