ijshockeyer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: ijshockeyer (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ijs·hoc·key·er
Woordherkomst en -opbouw
- afleiding van Naamwoord van handeling ijshockeyen met het achtervoegsel -er
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ijshockeyer | ijshockeyers |
verkleinwoord | ijshockeyertje | ijshockeyertjes |
Zelfstandig naamwoord
de ijshockeyer m
- (sport) iemand die ijshockey speelt
- ▸ Russische sporters mochten alleen onder neutrale vlag deelnemen in Brazilië en dat gold ook voor de Winterspelen in Pyeongchang (2018). Daar wonnen de Russische ijshockeyers goud onder neutrale vlag. Het Russische volkslied mocht niet klinken.[1]
- ▸ Voormalig ijshockeyer Berteling ontvangt prestigieuze oeuvreprijs: De internationale ijshockeybond IIHF heeft Ron Berteling onderscheiden met de Torriani Award. Het is voor het eerst dat een Nederlander zo'n prestigieuze prijs in ontvangst mag nemen.[2]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord ijshockeyer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Beroep dopingschorsing van start: mag Rusland terugkeren in de sportwereld?” (Maandag 2 november 2020), NOS
- ↑ Weblink bron “Voormalig ijshockeyer Berteling ontvangt prestigieuze oeuvreprijs” (Dinsdag 4 februari 2020,), NOS