ijking
- ij·king
- Naamwoord van handeling van ijken met het achtervoegsel -ing[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ijking | ijkingen |
verkleinwoord |
de ijking v
- controleren of meetapparatuur de juiste waarde aangeeft aan de hand van een wettelijke standaard
- „En dat betekent onder meer dat er één keer per jaar onderhoud aan de weegapparatuur wordt gepleegd en ijking één keer per twee jaar plaatsvindt.” [2]
- evalueren en zo nodig aanpassen van beleid aan een nieuwe situatie
- Het liep letterlijk uit de klauwen. Enschede kende vorig jaar een spectaculaire toename van het aantal autoinbraken. Dat viel vooral op toen clusterchef Klaas Sloots tijdens een driemaandelijkse ijking van veiligheidsthema’s de cijfers van vergelijkbare steden als Haarlem, Nijmegen, Groningen, Arnehm en Breda onder ogen kreeg. [3]
- [1] kalibrering
- [2] evaluering
- Het woord ijking staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ijking" herkend door:
83 % | van de Nederlanders; |
89 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tubantia 31-01-11 Reactie Twente Milieu: Wel ijken en onderhoud
- ↑ Tubantia 09-02-11 Spectaculaire stijging autokraken
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be