ij
- Geluid: ij (hulp, bestand)
- IPA: / ɛi / (1 lettergreep)
- (Noord-Nederland): /ɛɪ̯/
- (Vlaanderen, Brabant): /ɛː/
- ij
- digraaf, in het Middelnederlands onstaan uit ii (dubbele i), oorspronkelijk uitgesproken als ie (/i/) [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ij | ij's |
verkleinwoord | ij'tje | ij'tjes |
- speciale klinker in het Nederlands
- IJ (als hoofdletter aan het begin van een zin of een naam)
- lange ij
- ij met stippen
- Het was lange tijd gebruikelijk om de ij gelijk te stellen aan de y (i-grec, Griekse ij of ypsilon) zoals die in leenwoorden voorkomt. Oorspronkelijk is dit de letter die in het Grieks de klank u (/Y/) weergeeft. Vanaf het einde van 20e eeuw wordt meestal alleen y als de 25e letter van het alfabet behandeld en ij als een combinatie van i en j. Aan het begin van een woord of naam wordt deze digraaf wel als één letter opgevat en worden zowel I als J groot geschreven zoals in IJssel. [2]
- Het woord ij staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ij" herkend door:
55 % | van de Nederlanders; |
30 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “IJ – alfabetisering” op taaladvies.net
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be