iepziekte
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- iep·ziek·te
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van iep en ziekte
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | iepziekte | iepziektes iepziekten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de iepziekte v
- (plantkunde) schimmelziekte die het geslacht iep en zelkova aantast
- Iepen die aangetast zijn door iepziekte hebben dode takken.
Gangbaarheid
- Het woord iepziekte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "iepziekte" herkend door:
73 % | van de Nederlanders; |
30 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be