Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ideo·loog
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ideoloog ideologen
verkleinwoord ideoloogje ideoloogjes

Zelfstandig naamwoord

de ideoloogm

  1. (beroep) iemand die een ideologie opstelt
    • Ik wil later graag een ideoloog worden. 
Verwante begrippen
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

96 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be