hydroïdpoliepen
- (IPA in voorbereiding)
- hy·dro·id·po·lie·pen
- samenstelling van hydroïd en poliepen zn
- hydroïdpoliep zn met de uitgang -en
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hydroïdpoliepen | |
verkleinwoord |
de hydroïdpoliepen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord hydroïdpoliep
- meervoudsvorm als officiële benaming (neteldieren) een klasse Hydrozoa van de neteldieren (Cnidaria ), waartoe onder andere de zoetwaterpoliepen en brandkoralen behoren. Deze groep bevat soorten met heel verschillende vormen, leefwijzen en afmetingen
- [2] neteldieren, dieren
- [2] hydra
- [2] Baches knotsklokje, belletje, berenvachtpoliep, bezaantje, bochtige klokpoliep, brakwaterpoliep, brandkoraal, figuurzaagje, fijne zeecypres, fijne zeeden, franjerokje, gedraaide zeedraad, gegroefde zeeden, geknoopte zeedraad, getande klokpoliep, gorgelpijp, haarpijpje, haringgraat, Japanse kruiskwal, juwelenkettinkje, klepelklokje, knotspoliep, kranspoliep, lampenkapje, lange zeedraad, parasolletje, pennenschaft, Portugees oorlogsschip, ruwe zeerasp, sorbetbekertjes, valse zeeden, veelvertakte zeedraad, vertakte kranspoliep, zeeboompje, zeeborstel, zeecypres, zeedennetje, zeekrul, zeemos, zeepluim, zoetwaterkwal, zoetwaterpoliepen
- Het woord 'hydroïdpoliepen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.