huisgors
- (IPA in voorbereiding)
- huis·gors
- samenstelling van huis zn en gors zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | huisgors | huisgorzen |
verkleinwoord | huisgorsje | huisgorsjes |
- (zangvogels) Emberiza sahari een lid van de gorzenfamilie. Een huisgors meet 13,5 centimeter van het puntje van de snavel tot het uiteinde van de staart. De vogel lijkt sterk op de gestreepte gors. De huisgors is van boven minder gestreept en de zwart-witte tekening op de kop is minder sterk contrasterend
- Het woord 'huisgors' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.