houtdraaibeitel
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- hout·draai·bei·tel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van hout en draaibeitel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | houtdraaibeitel | houtdraaibeitels |
verkleinwoord | houtdraaibeiteltje | houtdraaibeiteltjes |
Zelfstandig naamwoord
de houtdraaibeitel m
- (gereedschap) beitel met handgreep voor het bewerken van houten werkstukken op een houtdraaibank
- Bij het houtdraaien hanteert men de houtdraaibeitel met de rechterhand terwijl hij met de linkerhand tegen de z.g. leunspaan wordt gedrukt.
Hyperoniemen
Vertalingen
1. beitel met handgreep voor het bewerken van houten werkstukken op een houtdraaibank
Gangbaarheid
- Het woord 'houtdraaibeitel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.