Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ho·ro·scoop
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord horoscoop horoscopen
verkleinwoord horoscoopje horoscoopjes

Zelfstandig naamwoord

de horoscoopm

  1. (astrologie) voorstelling van het hemelgewelf, gezien vanuit een specifieke plaats op aarde op een welbepaald moment
    • Het maken van een horoscoop is belangrijk in de astrologie. 
     „Wim, ik ga jouw horoscoop laten trekken!”, zegt Thea tegen Wim Burger (63), haar ex-man en de vader van Sandra, die op het punt staat om naar huis te gaan.[4]
  2. (astrologie) (metonymisch) analyses als karakterbeschrijvingen of toekomstvoorspellingen, gemaakt op basis van de voorstelling van het hemelgewelf op een bepaalde plaats en tijd
     Linde ziet in de tijdschriften bij koffiehuis Venera steeds horoscopen die ze uitknipt voor haar Engelse les. Ze laat de vrouwen, ingedeeld naar sterrenbeeld, elkaar hun horoscoop voorlezen en uitleggen.[5]
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[6]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. horoscoop op website: Etymologiebank.nl
  3. "horoscoop" in:
    Sijs, Nicoline van der
    , Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org
    ; ISBN 90 204 2045 3
  4.   Weblink bron
    Denise Retera
    “‘Ik was bang dat ze een coronababy zou worden, mensenschuw’” (27 juli 2021) op nrc.nl  
  5.   Weblink bron
    Lize Geurts
    “Vrijwilliger in Srebrenica: ‘Als er maar één getraumatiseerde bewoner weer zou gaan lachen’” (8 juli 2020) op nrc.nl  
  6.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be