hooioogst
- hooi·oogst
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hooioogst | hooioogsten |
verkleinwoord |
de hooioogst m
- het door maaien van gras winnen van hooi
- ▸ Toen Levin het beheer van het landgoed op zich nam en de hooioogst taxeerde, zag hij dat deze meer waard was, en hij had daarom de prijs op vijf en twintig roebel per desjatine gesteld.[2]
- ▸ Bosnië-Herzegovina beleeft de ergste droogte sinds 48 jaren. Waar de pluviometers normaal 230 liter per vierkante meter slikken, werd dit jaar slechts 90 liter opgetekend. De maïs-, aardappel en hooioogst in het Kroatisch-moslimgedeelte van het land daalde met 30 tot 40 procent.[3]
1. het door maaien van gras winnen van hooi
- Het woord hooioogst staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Anna Karenina” (1877), G.A. van Oorschot , ISBN 9789028276062
- ↑ Weblink bron bvb“Droogte vernielt oogst Zuidoost-Europa” (30/08/2000), De Standaard