hoogstwaarschijnlijk

  • hoogst·waar·schijn·lijk
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen hoogstwaarschijnlijk hoogstwaarschijnlijker hoogstwaarschijnlijkst
verbogen hoogstwaarschijnlijke hoogstwaarschijnlijkere hoogstwaarschijnlijkste
partitief hoogstwaarschijnlijks hoogstwaarschijnlijkers -

hoogstwaarschijnlijk

  1. bijna helemaal zeker
    • Het is hoogstwaarschijnlijk dat mij dochter een baan heeft bij een thuiszorgorganisatie, maar het contract is nog niet ondertekend. 
     Het reservoir is van een fabriek nabij een inmiddels gesloten fosfaatmijn in de buurt van de stad Tampa. Het water is een mix van zout water, gemengd met afval- en regenwater. Volgens het milieudepartement van Florida bevat het verhoogde niveaus van fosfor en stikstof en is het water relatief zuur, maar is het hoogstwaarschijnlijk niet giftig.[1]
  1.   Weblink bron “Florida werkt met man en macht om 'catastrofale overstroming' te voorkomen” (Maandag 5 april 2021, 03:38), NOS