• hoog·op·ge·leid
stellend
onverbogen hoogopgeleid
verbogen hoogopgeleide
partitief hoogopgeleids

hoogopgeleid

  1. (onderwijs) met een hoge opleiding d.w.z. een universitaire of gelijkwaardig
     Zelfs mensen die zich religieus noemen, verlaten zich op hoogopgeleide natuurkundigen en kankerspecialisten.[1]
  1. “Hoe overleef ik de moderne wereld” (2022), Atlas Contact  , ISBN 9789045045979