hoogopgeleid
- hoog·op·ge·leid
- samenstelling van hoog en opgeleid
stellend | |
---|---|
onverbogen | hoogopgeleid |
verbogen | hoogopgeleide |
partitief | hoogopgeleids |
hoogopgeleid
- (onderwijs) met een hoge opleiding d.w.z. een universitaire of gelijkwaardig
- ▸ Zelfs mensen die zich religieus noemen, verlaten zich op hoogopgeleide natuurkundigen en kankerspecialisten.[1]
- Het woord hoogopgeleid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ “Hoe overleef ik de moderne wereld” (2022), Atlas Contact , ISBN 9789045045979