hongeroedeem
  • hon·ger·oe·deem
enkelvoud meervoud
naamwoord hongeroedeem hongeroedemen
verkleinwoord

het hongeroedeemo

  1. (medisch) een aandoening bij kinderen die wordt veroorzaakt door een langdurig eiwittekort door slechte of eenzijdige voeding
     In de hospitalen ging men zozeer een gewisse dood tegemoet, dat de soldaten die aan koorts en hongeroedeem leden ten gevolge van het slechte voedsel liever dienst bleven doen en zich met moeite staande hielden op hun post dan naar het hospitaal te gaan.[3]
     Hoe kwetsbaar blijkt uit het album van Botjes. "Als je gaat bladeren is één van de eerste foto's een kind met hongeroedeem, hele dunne armpjes en een heel dikke buik. Heel bevreemdend. Je kent dat beeld uit Afrika, maar dit kind is blank. Dat brengt de Hongerwinter heel dichtbij."[4]
  1. hongeroedeem op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3. “Oorlog en Vrede” (1869), van Oorschot, ISBN 978902825115 1
  4.   Weblink bron
    Lambert Teuwissen
    “De Hongerwinter overleefd dankzij Groninger Babyhuis” (22-04-2010), NOS