Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • honds·kop·boa
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hondskopboa hondskopboa's
verkleinwoord hondskopboaatje hondskopboaatjes

Zelfstandig naamwoord

de hondskopboam

  1. (reptielen) (Corallus) een slang uit het slangengeslacht Corallus uit de familie Boidae  
    • Zie je die hondskopboa in die boom daar? 
Synoniemen
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie