boomboa
- Geluid: boomboa (hulp, bestand)
- IPA: / ˈbombowa / (3 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈbom.bo.a/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈbom.bo.a/
- boom·boa
- samenstelling van boom en boa
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | boomboa | boomboa's |
verkleinwoord | boomboaatje | boomboaatjes |
de boomboa m
- (reptielen) (Corallus) een slang uit het slangengeslacht Corallus uit de familie Boidae
- Zie je die boomboa in die boom daar?
- Het woord boomboa staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "boomboa" herkend door:
34 % | van de Nederlanders; |
36 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be