honderdtachtigjarig
- Geluid: honderdtachtigjarig (hulp, bestand)
- IPA: / ˌhɔndərˈtɑxtəxˌjarəx / (6 lettergrepen)
- hon·derd·tach·tig·ja·rig
- samenstellende afleiding van honderdtachtig ht en jaar zn met het achtervoegsel -ig
stellend | |
---|---|
onverbogen | honderdtachtigjarig |
verbogen | honderdtachtigjarige |
partitief | honderdtachtigjarigs |
honderdtachtigjarig
- 180 jaren durend
- Gedurende dit honderdtachtigjarig tijdperk heerste er vrede.
- met de leeftijd van 180 jaar
- Het honderdtachtigjarig schilpadmannetje eet graag wortels.
- Het woord 'honderdtachtigjarig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.