honderdeenjarig
- Geluid: honderdeenjarig (hulp, bestand)
- IPA: / ˌhɔndərtˈenjarəx / (5 lettergrepen)
- hon·derd·een·ja·rig
- samenstellende afleiding van honderdeen ht en jaar zn met het achtervoegsel -ig
stellend | |
---|---|
onverbogen | honderdeenjarig |
verbogen | honderdeenjarige |
partitief | honderdeenjarigs |
honderdeenjarig
- 101 jaren durend
- Gedurende dit honderdeenjarig tijdperk heerste er vrede.
- met de leeftijd van 101 jaar
- Het honderdeenjarig vrouwtje was niet onder de indruk van de inbreker.
- Het woord 'honderdeenjarig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.