Nederlands

       
0 1 0 1
honderdeen,
op een abacus
Uitspraak
Woordafbreking
  • hon·derd·een
Woordherkomst en -opbouw

Hoofdtelwoord

honderdeen

  1. "101", het getal tussen honderd en honderdtwee, honderd plus een
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De totale kosten bedragen honderdeen euro en zevenendertig cent. 
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • We logeerden vlakbij het strand in kamer honderdeen van het grootste hotel. 
Schrijfwijzen
Synoniemen
Afgeleide begrippen

rangtelwoord

hooftelwoorden samengesteld met "honderdeen" ht als linkerdeel

Vertalingen
enkelvoud meervoud
naamwoord honderdeen honderdeens
verkleinwoord honderdeentje honderdeentjes

Zelfstandig naamwoord

de honderdeenv / m

  1. dat wat in een (rang)ordening met 101 is aangeduid
    • Als jij honderdeen opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner. 

honderdeen mv

  1. groep van 101 eenheden
    • Die honderdeen kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden. 

Gangbaarheid