• hoek·stoot
enkelvoud meervoud
naamwoord hoekstoot hoekstoten
verkleinwoord

de hoekstootm

  1. een aanvallende slag van opzij bij het boksen
  2. (figuurlijk) een slag die hard aankomt bij de getroffene
    • Het ging gisteren in het Lagerhuis om de laatste hoekstoot. Wie zou hem uitdelen, David Cameron of Ed Miliband? Vijf jaar lang stonden de premier en de oppositieleider als boksers tegenover elkaar bij het wekelijkse vragenuurtje, 146 keer in totaal. [1] 
    • In de beeldspraak van de militairen: de rechterhand van de bokser hield de verdediging bezig, terwijl de linker uithaalde voor een hoekstoot. En even plastisch: het geallieerde leger in het zuiden was het aanbeeld, de manoeuvre op de westelijke flank was de hamer. [2] 
    • Luisteren naar Metallica is als kijken naar een bokswedstrijd. Die korte wendingen, de drumroffels: met felle hoekstoten wordt hier iemand op de knieën gedwongen. Bij Metallica krijgt agressie de vorm van acht minuten durende liedjes die uit hun voegen lijken te knallen van spanning. En ondertussen moeten ze zich ook nog aanpassen aan de tergende ritmewisselingen en breaks die hun scheppers voor ze bedachten. Het is een adembenemend genoegen voor de luisteraar, op het masochistische af. [3] 
93 % van de Nederlanders;
90 % van de Vlamingen.[4]
  1. NRC Titia Ketelaar 26 maart 2015 Na 146 rondes is Miliband nog altijd niet knock-out
  2. NRC Hans Steketee 5 april 1991 Iraakse aanval op Khafji kwam voor geallieerden ongelegen
  3. NRC Hester Carvalho 27 juni 2003 Ontsnapt aan de bak
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be