hoekmeter
- hoek·me·ter
- samenstelling van hoek zn en meter zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hoekmeter | hoekmeters |
verkleinwoord | hoekmetertje | hoekmetertjes |
- (wiskunde) toestel waarmee men de wijdte van een hoek kan vaststellen
- ▸ Er stonden stoelen en een bank, en op het rommelige bureau gloeide het beeldscherm van een computer groen op naast een antieke hoekmeter.[2]
- Het woord hoekmeter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “De schreeuw van het lam” (1994), Luitingh-Sijthoff , ISBN 902451990X