sextant
Niet te verwarren met: Sextant |
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- sex·tant
Woordherkomst en -opbouw
- van Latijn sextans "zesde (deel)", in de betekenis van ‘instrument voor plaatsbepaling’ voor het eerst aangetroffen in 1809 [1][2] [3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sextant | sextanten |
verkleinwoord | sextantje | sextantjes |
Zelfstandig naamwoord
de sextant m
- (scheepvaart), (historisch) hoekmeetinstrument dat ondermeer werd gebruikt om de hoogtehoek van een hemellichaam boven de horizon te meten, en om de hoek tussen twee aardse objecten te meten
- De gradenboog van een sextant is eenzesde deel van een cirkel.
Hyperoniemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
- alhidade, astrolabium, jakobsstaf, hoekmeting, horizon, kimspiegel, kompas, klok, middagbreedte, navigatie, octant, theodoliet, zonshoogte
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord sextant staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "sextant" herkend door:
87 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ sextant op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "sextant" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be