Nederlands

 
hoedenspeld
Uitspraak
Woordafbreking
  • hoe·den·speld
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hoedenspeld hoedenspelden
verkleinwoord hoedenspeldje hoedenspeldjes

Zelfstandig naamwoord

de hoedenspeldv / m

  1. 10 cm lange speld waarmee men heen hoed aan het kapsel kan vastzetten
     Op het gebied van eigenwijze hoofddeksels is ze inmiddels ervaringsdeskundige. Dat we haar tegenwoordig zelden achter een hoed aan zien rennen, komt vooral doordat ze allerlei handige trucjes heeft omarmd. De belangrijkste? De hoedenspeld. De haarscherpe accessoire van zo’n 10 centimeter lang prikt ze door hoed-kapsel-hoed, zodat de boel stevig verankerd zit.[1]


Synoniemen


Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Josine Droogendijk
    “Koningin Máxima weet er alles van: hoedjes en wind zijn geen goede combinatie” (19-09-2023), Tubantia