• her·ken·nings·te·ken
enkelvoud meervoud
naamwoord herkenningsteken herkenningstekens
verkleinwoord

het herkenningstekeno

  1. een merkteken waardoor men iets of iemand kan herkennen
     Het was natuurlijk niet makkelijk geweest voor Wolfgang om uit te leggen dat het noodzakelijk was om af te wijken van het duidelijke signalement en het herkenningsteken van de karakteristieke donkere krullen op de foto die de voormalige opa en de voormalige oma zo bereidwillig ter beschikking van de massamedia hadden gesteld.[2]


  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Zij die dromen doden slapen nooit” (2017), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044640496