• he·mel·se mach·ten
  • vertalinɡ van Hebreeuws צבאות (tsevaot) "leger, heerscharen" zoals dat op meerdere plaatsen in de Bijbel wordt gebruikt, vaak gekoppeld aan de naam van God; soms wordt deze term ook betrokken op het leger van de joden[1][2]

hemelse machten mv

  1. (religie) bovennatuurlijke wezens, die invloed op de wereld kunnen uitoefenen, maar ondergeschikt zijn aan God