hemelrijk
- he·mel·rijk
- samenstelling van hemel en rijk [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hemelrijk | hemelrijken |
verkleinwoord | - | - |
het hemelrijk o
- (figuurlijk) (religie) de hemel als verblijfplaats van de engelen en de gelukzaligen
- koninkrijk der hemelen
- Het woord hemelrijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "hemelrijk" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be