heidesmalsnuit

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  heidesmalsnuit    (hulp, bestand)

• (IPA in voorbereiding)

Woordafbreking

• hei·de·smal·snuit

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  heide zn  en  smalsnuit zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	heidesmalsnuit	heidesmalsnuiten
verkleinwoord	heidesmalsnuitje	heidesmalsnuitjes

Zelfstandig naamwoord

de heidesmalsnuit m

1. (halfvleugeligen) Kleidocerys ericae  een wants uit de familie van de bodemwantsen (Lygaeidae). De soort werd het eerst wetenschappelijk beschreven door Géza Horváth in 1908. De taxonomische status van de drie Kleidocerys-soorten (smalsnuiten) in Nederland staat volgens sommige auteurs ter discussie, maar ze worden over het algemeen vooralsnog als drie aparte soorten opgevoerd

Hyperoniemen

• bodemwantsen, wantsen, halfvleugeligen, insecten, zespotigen, geleedpotigen, dieren

Gangbaarheid

• Het woord 'heidesmalsnuit' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.