Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: Hegge


  • heg·ge
enkelvoud meervoud
naamwoord hegge heggen
verkleinwoord heggetje heggetjes

de heggev / m

  1. heg
47 % van de Nederlanders;
64 % van de Vlamingen.[3]


  • Afgeleid van het Angelsaksische heċġ

hegge

  1. heg, hegge


hegge v

  1. heg, hegge