hedding
- hed·ding
- Naamwoord van handeling van het Noorse werkwoord hedde met het achtervoegsel -ing, dat van het Engelse werkwoord (to) head komt, dat weer van het Engelse zelfstandige naamwoord head komt
Naar frequentie | zeldzaam |
---|
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | hedding | heddingen | heddinger | heddingene |
genitief | heddings | heddingens | heddingers | heddingenes |
hedding, m
- (voetbal) kopbal
- «Seiersmålet til Rot-Weiss Erfurt kom på en hedding fra Uwe Weidemann etter 36 minutters spill.»
- Het winnende doelpunt voor Rot-Weiss Erfurt kwam na een kopbal van Uwe Weidemann na 36 minuten spelen.
- «Seiersmålet til Rot-Weiss Erfurt kom på en hedding fra Uwe Weidemann etter 36 minutters spill.»
- hed·ding
- Naamwoord van handeling van het Nynorske werkwoord hedde met het achtervoegsel -ing, dat van het Engelse werkwoord (to) head komt, dat weer van het Engelse zelfstandige naamwoord head komt
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | hedding | heddinga | heddingar | heddingane |
hedding, v