• hecht·wor·tel
enkelvoud meervoud
naamwoord hechtwortel hechtwortels
verkleinwoord - -

de hechtwortelm

  1. (plantkunde) elk van de kleine wortels langs de stam en de grote takken, waarmee een klimplant zich aan iets vasthecht
     Als een hechtwortel van hedera nog jong is, kun je hem nog gemakkelijk van de boom aftrekken. Wordt de hechtwortel volwassen, dan je hem niet meer verwijderen.[2]