havdole

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  havdole    (hulp, bestand)
• IPA: /hɑvˈdolə/

Woordafbreking

• hav·do·le

Woordherkomst en -opbouw

• Herkomst: Jiddisj

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	havdole	havdoles
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de havdole v / m

1. (Jiddisch-Hebreeuws) ritueel ter afsluiting van sjabbat of feestdag

Verwante begrippen

• Hebreeuws: havdala

Vertalingen

    1.   

Engels: Havdalah (en)

Gangbaarheid

• Het woord 'havdole' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.