hardhorend
- Geluid: hardhorend (hulp, bestand)
- hard·ho·rend
- samenstelling van hard en horend
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | hardhorend | hardhorender | hardhorendst |
verbogen | hardhorende | hardhorendere | hardhorendste |
partitief | hardhorends | hardhorenders | - |
hardhorend
- slecht kunnen horen (alleen zeer harde geluiden kunnen horen)
- Hij werd steeds hardhorender, maar je mocht hem van zijn vrouw niet doof noemen.
- Het woord hardhorend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "hardhorend" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be