Nederlands

 
hardboard
Uitspraak
Woordafbreking
  • hard·board
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘houtvezelplaat’ voor het eerst aangetroffen in 1954 [1]
  • samenstelling van  hard  en  board  [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord hardboard
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hardboard o [3]

  1. (bouwkunde) harde plaat van houtvezels gemaakt
    • Na een tijdje had ik zo bij de Tankstelle talloze bestanden, waarbij ik inzoomde op een diversiteit aan geeltinten. Ik liet honderd stuks afdrukken op een formaat van 10 x 10 centimeter, en plakte die op een groot stuk vierkant hardboard van 1 x 1 meter. [4] 
    • Stanleymes (1936) Soms weet een fabrikant een product gewoon in één keer op de goede manier op de markt te brengen, zoals Stanley Tools dat in 1936 deed met het Stanleymes. Het was bedacht om hardboard mee te snijden, maar het werd al snel een mes dat voor van alles en nog wat gebruikt zou worden.[5]  
Vertalingen

Gangbaarheid

94 % van de Nederlanders;
81 % van de Vlamingen.[6]

Meer informatie

Verwijzingen