handelsmissie
- han·dels·mis·sie
- samenstelling van handel en missie met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | handelsmissie | handelsmissies |
verkleinwoord |
de handelsmissie v
- groep mensen die een bezoek brengt aan een ander land om de handel te bevorderen met dat land
- Boellaard had al eens laten vallen dat de vroegere Prince of Wales enige tijd de 'beste handelsreiziger van het Empire' was geweest. Zo'n functie leek Bernhard wel wat, maar op een brief aan de minister van Buitenlandse Zaken, waarin hij had voorgesteld om in de toekomst met enige regelmaat buitenlandse handelsmissies te leiden, was koeltjes gereageerd.' Strateeg als hij was, en niet gediend van Bernhards zelfbeklag, concludeerde Boellaard dat ze dan de omgekeerde weg moesten bewandelen: niet de prins moest zich aanbieden, maar het zakenleven moest hem vragen.[1]
- Na een dag nadat er een planeet aan gruzelementen is geblazen het subethernet op, en je komt zigabytes informatie tegen van de naburige werelden met verklaringen over hoe die razende massamoordenaars altijd zo beleefd waren tijdens handelsmissies. Hoe ze altijd jonge katjes stuurden voor Katinzakmis, hoe rustig ze eigenlijk waren.' [2]
1. groep mensen die een bezoek brengt aan een ander land om de handel te bevorderen met dat land
- Het woord handelsmissie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Withuis, JolandeJuliana 2016 ISBN 978-90-234-3523-5 pagina 343
- ↑ Adams, Douglas Eoin ColferHitchhiker's Guide deel zes van drie En dan nog iets ... 2010 ISBN 978-90-225-5659-7 pagina 101