Nynorsk

Uitspraak
Woordafbreking
  • ·hand·ball·spe·lar
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   handballspelar     handballspelaren     handballspelarar     handballspellarane  

handballspelar m

  1. (beroep), (sport) handballer, handbalspeler (mannelijke vorm)
  2. (beroep), (sport) handbalster, handbalspeelster (vrouwelijke vorm)
Synoniemen
Hyperoniemen