[1] En hammar.
Een hamer.
  • ham·mar
  • Afkomstig van het Oudnoorse woord hamarr.

hammar m

  1. (gereedschap) hamer (gereedschap)
  2. (geologie) rotswand, heuveltop
  3. (anatomie) hamer (gehoorsbeentje)
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   hammar     hammaren     hamrer     hamrene  
genitief   hammars     hammarens     hamrers     hamrenes  


  • ham·mar
  • Afkomstig van het Oudnoorse woord hamarr.

hammar m

  1. (gereedschap) hamer (gereedschap)
  2. (geologie) rotswand, heuveltop
  3. (anatomie) hamer (gehoorsbeentje)
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   hammar     hammaren     hamrar     hamrane  
genitief