halfbrus
- half·brus
- samenstelling van half en brus
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | halfbrus | halfbrussen |
verkleinwoord | halfbrusje | halfbrusjes |
- Een halfzus van een persoon is iemand die één ouder, maar niet beide, deelt met die persoon.
- Mijn moeder is hertrouwd en mijn halfbrus is het kind van zijn nieuwe vrouw.
- Het woord 'halfbrus' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.