Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • half·broer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord halfbroer halfbroers
verkleinwoord halfbroertje halfbroertjes

Zelfstandig naamwoord

de halfbroerm

  1. Een halfbroer van een persoon is iemand van het mannelijk geslacht die één ouder, maar niet beide, deelt met die persoon.
    • Mijn vader is hertrouwd en mijn halfbroer is het kind van zijn nieuwe vrouw. 
     Politiek en gokwereld spanden samen om Helmin Wiels te vermoorden. Dat beeld kwam naar voren in de rechtszaak tegen Burney F., gisteren op Curaçao. Ex-minister van Financiën, George Jamaloodin van de partij van Gerrit Schotte, de MFK, zou de grote organisator zijn. Samen met zijn halfbroer en gokbaas op het eiland, Robbie dos S.[1]
     En ik had een halfbroer gekregen met de belachelijke naam Axel Edvin Hansson, die in de eerste klas was begonnen en zover ik wist op school ook Lauritzen werd genoemd.[2]
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “'Helmin Wiels vermoord door politiek en gokwereld van Curaçao'” (20-04-2017), NOS
  2. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Echte Amerikaanse jeans” (2017), Uitgeverij Prometheus, ISBN 9789044632767
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be