haleloeja
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ha·le·loe·ja
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | haleloeja | halleloeja's |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het haleloeja o
- (Jiddisch-Hebreeuws) oproep in een aantal psalmen om de Heer te prijzen (24×: Ps. 104:35 +; Griekse vorm 4× in NT)
Verwante begrippen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord 'haleloeja' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.