hakselaar
- hak·se·laar
- Naamwoord van handeling van hakselen met het achtervoegsel -aar
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hakselaar | hakselaars |
verkleinwoord | hakselaartje | hakselaartjes |
de hakselaar m
- (landbouw) (gereedschap) landbouwmachine die hooi of stro hakselt
- Het woord hakselaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "hakselaar" herkend door:
80 % | van de Nederlanders; |
89 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be