gruizelen
- grui·ze·len
- afleiding van gruis
gruizelen [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
gruizelen |
gruizelde |
gegruizeld |
zwak -d | volledig |
- tot gruis slaan of vallen
1. tot gruis slaan of vallen
- Het woord 'gruizelen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gruizelen" herkend door:
64 % | van de Nederlanders; |
69 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be